Applicatietips voor dunne folie
Grote vlakken dunne folie monteren, hoe doe je dat?
Foliemontage is een vak. Het is niet zo makkelijk dat iedereen het zomaar kan, maar gelukkig ook niet zo moeilijk dat je het niet kunt leren. Het aanbrengen van dunne, soepele folie – zónder applicatiefilm – is echter best een uitdaging. In dit artikel handige tips!
Klik op onderstaande buttons voor een training waar je leert dunne folies aanbrengen.
(“Signmaker” is voor starters en “signmaker Advanced” voor foliemonteurs met al wat ervaring)
Een klein stickertje plakken is voor bijna iedereen ‘appeltje-eitje’. Hoewel, best veel mensen voelen al lichte stress bij het aanbrengen van een beschermlaagje op hun mobiele telefoon. Minstens zovelen hebben serieuze problemen met plakband bij het dichtplakken van bijvoorbeeld een pakketje. Laat staan als je de vraag krijgt om een grote tekst, logo of vlak dunne folie aan te brengen op een bord, bedrijfswagen of winkelruit. Recht graag. En zonder stofjes en kreukels uiteraard. Dan kom je er wel achter dat foliemontage een vak is.
Soorten folies
Uiteraard zijn er meerdere soorten folie, elk met hun eigen uitdagingen qua applicatie. Een dikke, stugge folie is bijvoorbeeld makkelijker aan te brengen. En tegenwoordig worden onder veel folies lijmlagen gezet die de applicatie vereenvoudigen. Als een folie nat kan worden aangebracht, gaat de moeilijkheidsgraad ook wat omlaag.
De grootste uitdaging voor de meeste foliemonteurs is het aanbrengen van grote stukken soepele, dunne folie met een ‘moeilijke’ lijmlaag. Dus één zónder luchtkanalen en van dat soort ‘easy’ technieken. En als het dan ook nog warm weer is…
Spiegeltje
Dé uitdaging bij het aanbrengen van een groot vlak dunne soepele folie (zonder applicatiefolie) is om een eindresultaat – zo glad als een spiegeltje – op de juiste positie, zonder stofjes, bellen en plooitjes te krijgen. In dit artikel vind je een paar tips (zie kaders), maar we beginnen met een stappenplan.
Stap 1 - folie uithangen
Na grondig ontvetten: positioneer de folie met schilders- tape of magneten. Meet heel exact en controleer van een afstandje of de positionering niet alleen meetkundig, maar ook visueel juist is.
Stap 2 - Rugpapier deels weg
Verwijder (terwijl de folie nog steeds op de ondergrond op zijn plaats wordt gehouden met magneten of tape) slechts een smalle strook van het onderliggende rugpapier (ook wel backing genoemd). Laat de rest van het rugpapier in eerste instantie nog op de folie zitten, want dat houdt de folie een beetje ‘in model’.
Stap 3 - Aanrakelen in delen
Wrijf de folie (waar het rugpapier is verwijderd) met je rakel in een zo recht mogelijke streek op de ondergrond vast.
Probeer daarbij te voorkomen dat je de folie ‘opduwt’. Als je de folie teveel opduwt, rakel je namelijk ‘spanning’ in de folie.
Stap 4 - Je werk nalopen
Nadat je de folie hebt aangerakeld, loop je alle randen even na op (net) niet-geraakte delen en kijk je in strijklicht of er nog ergens blaasjes te zien zijn. Kleine belletjes trekken weg. De wat grotere blazen kun je met behulp van een bellenprikker of het scherpe uiteinde van een 30-gradenmes in de zijkant inprikken, waarna je de lucht wegduwt in de richting van het gaatje.
Professional worden
Misschien de meest nuttige tip: gun jezelf of je personeel een professionele cursus. Want een vak leer je niet door een artikel te lezen of een filmpje te bekijken. Het is vooral zelf doen, zelf foutjes maken, je laten begeleiden en ‘je hand laten vastpakken’ door een professional.
Met slimme praktijktips en lekker oefenen met allerlei soorten folies voel je zelf welke techniek het beste werkt bij welke folie. En na zo’n cursus weet je nog veel meer. Bijvoorbeeld hoe je folie-onthechting voorkomt, met welke techniek je makkelijker en efficiënter werkt of hoe je moeilijke vormen en ondergronden aanpakt.
(tekst gaat verder onder de foto)
Bij de foto: Oefening baart kunst en zal je op den duur veel stress besparen; een inefficiënte manier van rakelen is namelijk best lastig af te leren.
Luchtbellen voorkomen
Folie moet met voldoende rakeldruk worden aangewreven (plusminus 4 kilogram). Deze druk is nodig om lucht weg te wrijven en een goede hechting tussen de lijmlaag en de ondergrond te krijgen. Bij onvoldoende rakeldruk kunnen er luchtbellen onder de folie ontstaan. Maar door deze druk kan het zijn dat je de folie ‘opduwt’ en spanningsplooien in de folie rakelt. Dit zal je zeker merken bij dunne folies. Hoe voorkom je dit? Door de wrijvingsweerstand te verlagen
Wrijvingsweerstand verlagen
- Werk met een stofje of viltje op de rakel. Als je de folie aandrukt met de stofkant van de rakel ‘glijdt’ de rakel over de ondergrond en raakt de folie niet/minder opgerekt;
- Breng de wrijvingsweerstand verder omlaag door rakel en folie in te spuiten met water en zeep of een applicatievloeistof. Dit kan handig zijn als de omge- vingstemperatuur hoog is en de folie nog ‘stroperiger’ aanvoelt;
- De juiste hoek van de rakel ten opzichte van de ondergrond is erg bepalend voor de wrijvingsweer- stand;
- Er zijn ook diverse rakeltechnieken die de wrijvings- weerstand omlaag brengen, denk aan ‘achteruit’ of ‘slepend’ rakelen.
(tekst gaat verder onder de foto)
Bij de foto: De juiste hoek en stand van de rakel ten opzichte van de ondergrond, de juiste druk, de juiste slag. Als je deze technieken onder de knie hebt, kun je echt elke folie efficiënt en kwalitatief monteren.
Spanningsplooien wegwerken
- Wat kun je doen als er toch plooien zijn ontstaan?
Trek de folie los tot het gedeelte waar de folie glad en spanningsloos is. Verwarm de losgetrokken folie licht met een heatgun zodat de folie terugkrimpt in de oude positie. Zorg dat de folie is afgekoeld voor je weer gaat rakelen, want warme folie zal sneller uitrekken en ‘kleeft’ nog aan je rakel. - Zijn de plooien gering of zijn plooien vanwege de ondergrond niet te vermijden, dan kun je de spanning met de juiste rakeltechnieken ‘wegwerken’. (Deze technieken leer je tijdens de cursussen ‘Carwrap’ en ‘Foliemontage en beletteren’)
- Vermijd waar mogelijk de heatgun te gebruiken om spanningsplooien weg te werken, want één keer föhnen en je blíj́ft föhnen.
(tekst gaat verder onder de foto)
Bij de foto: Als je werkt met een dunne folie, dan duw je voor je het weet plooien en kreukels
in de film. Dit voorkom je grotendeels door de lange zijde van je rakel in een hoek van maximaal 20 graden ten opzichte van de rakellijn te houden.
Rakel de folie aan met kleine overlappende slagen. Door het rugpapier grotendeels te laten zitten, hou je de folie ‘in model’. Tegelijkertijd voorkom je dat de folie al vast gaat zitten aan de ondergrond.
Meer weten over de cursussen waar je goed leert dunne folie monteren? Aanvullende info, tarief en beschikbare data vind je als je klikt op de buttons hier onder! (“Signmaker” is voor starters en “signmaker Advanced” voor foliemonteurs met al wat ervaring)